Als je je geliefde verliest heb je het gevoel dat je ook een stuk van jezelf verliest. Dat ligt op de plaats waar je je geliefde achterlaat. Het is de begraafplaats van het einde van een dierbaar leven.
En daar zit je dan. Op die begraafplaats. Met je pijn en je verdriet. Met de resten van je leven zoals je die kende. Wat nu? Hoe nu verder?
In het begin zijn er nog allemaal mensen om je heen. Ze steken je een helpende hand toe. Ze spreken troostende woorden of ze proberen het. Sommigen weten niet wat te zeggen en met pijn in hun hart vertrekken ze. Soms stilletjes.
Het aantal bezoekers op de begraafplaats wordt langzaamaan kleiner. Een paar blijven. Maar op een gegeven moment zullen zij ook moeten gaan. Want het leven buiten de begraafplaats roept hen ook. Want zij hebben nog andere verplichtingen en verantwoordelijkheden.
Ze komen terug om te kijken hoe het met je is. Sommigen steken je weer de helpende hand toe of sprekende troostende woorden. De een vaker dan de ander. Misschien wel iemand van wie je het totaal niet had verwacht. En je voelt teleurstelling als een vertrouwd persoon niet meer komt.
Daar zit je dan. Alleen. Buiten de begraafplaats raast het leven door met hoge snelheid. Je weet dat jij je daar ook weer een keer moet gaan begeven. Op jou wachten ook verantwoordelijkheden en verplichtingen.
Er alleen al naar kijken duizelt je. De moed zinkt in je schoenen. Hoe moet dat nu verder? Durf ik het wel? Kan ik het wel aan? Je weet misschien niet eens welke kant je op moet als je door de poort naar buiten stapt.
Het plezier dat je ooit buiten deze muren hebt gehad. Je kunt het je niet meer voorstellen dat het nog mogelijk is. Je moet er niet eens aan denken. Het is allemaal grauw en grijs. Je ziet het leven wel, maar het raakt je niet. Alsof je in slowmotion midden op het trottoir staat en iedereen in de hoogste versnelling jou voorbij gaat.
Het is fijn zitten op de begraafplaats. Hier is het redelijk rustig vergeleken met daarbuiten. Het is veilig en inmiddels ook vertrouwd.
Hoe lang blijf je daar zitten? Wil je daar blijven zitten? Kijk je af en toe op en om je heen? Kijk je ook over het muurtje naar het leven dat daarbuiten afspeelt. Steek je weleens je hoofd door de poort? Ga je een blokje lopen? Worden die blokjes steeds langere wandelingen? Langzaam ga je weer wat meer wennen aan de wereld erbuiten.
Of heb je eerder al besloten om direct weer mee te doen met de wereld daarbuiten. In hetzelfde hoge tempo. Zo snel mogelijk weer volop meedraaien. Je wilt door. Desnoods dwars door de muren heen. Ongeacht of je er al klaar voor bent. Ongeacht of je al voldoende herstelt bent en voldoende energie hebt opgebouwd. De begraafplaats vertegenwoordigt het verleden en de wereld daarbuiten is je toekomst. En jouw focus is de toekomst. Dus je brengt het liefste zo min mogelijk tijd door op die begraafplaats.
Misschien denk je dat als je de begraafplaats verlaat je deze definitief achter je laat. Maar dat is niet zo. En je kunt er altijd weer naar terug. Je dichter bij je geliefde voelen. Mooie herinneringen ophalen, verhalen delen, lachen en huilen. Deze begraafplaats gaat nooit weg. Het is veilig om te gaan en je kunt er ook weer naar terugkeren.
De toegangspoort is altijd open. De toegang tot de begraafplaats is tevens ook de toegang tot het leven daarbuiten.
Geschreven door Marrit van Exel